Dit artikel verscheen op 21 juli online en in print in dagblad Trouw.

reddingsbrigade-noordwijk-kim-van-de-wetering-trouwDe reddingsbrigade schiet regelmatig zwemmers te hulp die op zee in problemen komen. Ook klein leed vergt tijd.

Ingespannen turen Jaap Oostveen en zijn collega’s van de reddingsbrigade naar een punt ongeveer honderd meter in zee. Door de verrekijker zien ze twee meisjes op een luchtbed. “Dat gaat niet goed”, zegt een strandwacht over de portofoon. De kinderen drijven in rap tempo bij de kust weg, steeds verder op de golven. Hun moeder is naar ze toe gezwommen maar komt nauwelijks vooruit. Twee jongens van de reddingsbrigade Noordwijk stappen snel in de motorboot en varen eropaf.

Deze week waarschuwde de reddingsbrigade voor stroming en wind. En voor muien, geulen die haaks op het strand liggen. Terugtrekkende golven kunnen zwemmers hier met flinke kracht in zee sleuren. Pal voor de reddingsbrigadepost ligt zo’n mui. Vorig jaar kwam er nog iemand in de problemen. Nu is het laagwater en spelen er kinderen met emmers, maar de reddingsbrigade houdt het in de gaten.

Strandwacht Michiel Leij rijdt over het strand in een kleine patrouillewagen. Hij moet voorzichtig rijden want het is druk. Het is stralend weer en dat betekent dat de vrijwilligers van de reddingsbrigade in Noordwijk aan de bak moeten.

Schoolzwemmen

Lang niet alle strandgasten kunnen goed zwemmen, zegt Oostveen terwijl hij het strand aftuurt. “Schoolzwemmen is niet meer verplicht dus niet alle kinderen hebben hun diploma. En er komen meer mensen uit het buitenland die niet gewend zijn in zee te zwemmen.”

De meisjes, hun moeder en het luchtbed worden aan boord van de motorboot gehesen en veilig naar het strand gebracht. Ze zijn blij dat ze zand onder hun voeten voelen.

Ook als badgasten wel goed kunnen zwemmen is er genoeg gevaar, weet Oostveen. Vandaag hangt de gele vlag uit omdat de wind van het land af staat en zwemmers snel van de kust af kan blazen. Hierdoor dreven de meisjes op het luchtbed zo snel weg. Eigenlijk mogen zwemmers bij de gele vlag niet met drijvende voorwerpen in zee, maar lang niet iedereen kent de betekenis van de vlag. Daarom vaart de motorboot weer de zee op om te patrouilleren.

Kwallenbeet

Vaker dan reddingsacties uitvoeren, helpen Oostveen (32), Leij (47) en hun collega-strandwachten mensen die onwel zijn geworden. Of ze verzachten klein leed. Een meisje schuifelt beteuterd naar de post toe en vraagt wat ze kan doen aan de kwallenbeet in haar been. Als de wind van het land af staat, zijn er ook meer kwallen, zegt Leij nadat hij het meisje heeft getroost. Verdwaalde kinderen hoeft de reddingsbrigade steeds minder te helpen, sinds ze bandjes uitdelen waar ouders hun telefoonnummer op schrijven. Strandgasten kunnen dan makkelijk de ouders bellen als ze een kind vinden.

Oostveens portofoon piept. Er is weer iemand weggedreven, op een opblaasbare eenhoorn dit keer. Twee vrijwilligers van de reddingsbrigade springen op en zijn al onderweg met hun boot.

166 brigades, en 5000 vrijwilligers
Reddingsbrigade Nederland bestaat uit ruim 166 reddingsbrigades en zo’n 5000 vrijwillige hulpverleners die toezicht houden op stranden. Ook zorgen ze voor bewakingsdiensten en EHBO bij recreatiegebieden en grote (sport)evenementen, Gay Pride en Sinterklaasintochten. Daarnaast geeft de brigade opleidingen zoals het Zwem-abc, cursussen ‘auto te water’ en muizwemmen. Iedereen van vijf jaar en ouder kan lid worden, aan de kust of in zwembaden in het binnenland.