Voor Valente, branchevereniging voor participatie, begeleiding en veilige opvang, schrijf ik iedere maand een artikel over de vereniging en haar leden. In augustus: Het Open Huis, de Haarlemse locatie van stichting Ontmoeting.

In een kerkgebouw in de Haarlemse wijk Schalkwijk vind je wijkcentrum Het Open Huis, onderdeel van de christelijke stichting Ontmoeting. Ontmoeting werd in 1988 in Rotterdam opgericht door enkele predikanten, als daklozenopvang. Inmiddels werkt de stichting door het hele land, met twintig locaties, en richt zich vooral op ambulante begeleiding. Het Open Huis werd drie jaar geleden geopend als een project en is nu een op zichzelf staande locatie. Hun doelgroep is niet alleen de dak- of thuisloze of anderen in een kwetsbare positie, maar iederéén in de wijk.

Berend Gunnink is coördinator bij Het Open Huis en een van de weinig betaalde krachten. Het wijkcentrum wordt vooral gerund door de meer dan honderd vrijwilligers. Sommigen van hen zetten zich uit ideële overwegingen naast hun betaalde baan in voor het wijkcentrum, anderen zijn behalve vrijwilliger ook cliënt of bezoeker. ‘Die combinatie maakt het heel laagdrempelig’, zegt Gunnink. ‘Iedereen mag binnenlopen; de open maaltijd is gratis en mensen hoeven zich niet te registreren. Er komen vaak wel honderd mensen op af.’

Directeur

In de koffieruimte lopen de bezoekers, vrijwilligers en medewerkers ook door elkaar. Achter de bar schenkt iemand koffie en wijst op de ontbijtkoek die iedereen mag pakken. Aan een lange tafel in het midden praten een grote man met tatoeages en een jonge donkere man geanimeerd met elkaar over muziek. Verderop aan een tafeltje bedolven onder de bollen wol helpen een paar mensen elkaar met hun breiwerk.

De directeur van Ontmoeting, Ed van Hell, is er vandaag ook en loopt voor een kop koffie naar de bar. Een bezoekster spreekt hem halverwege aan en begint te vertellen over iets wat ze vorige week heeft meegemaakt. Als iemand haar in haar zij port en zegt: “Dat is de directeur”, kijkt ze Van Hell even onderzoekend aan en babbelt vervolgens vrolijk verder.

‘Mensen komen hier echt graag’, zegt Gunnink over de koffieruimte. ‘We hebben de zaal verbouwd met een interieurarchitect, het ziet er tof uit. Dit is geen sneue plek voor sneue mensen; hier zitten ook keurige oude dames die denken “in m’n eentje koffie drinken is ook maar zo alleen, ik ga daar gezellig koffie doen”.

Hulpvraag

Als mensen zich wat regelmatiger laten zien, dan proberen vrijwilligers contact te maken en te kijken of ze hen iets verder kunnen helpen. ‘Voor sommigen is die kop koffie genoeg maar velen hebben ook behoefte aan begeleiding bij activering of naar werk, of het stellen van een hulpvraag. We zitten in een wijk met veel eercultuur dus het stellen van een hulpvraag is sowieso een “ding”. Maar de behoefte aan een gesprek is groot. Vaak is het zorgen voor een veilige omgeving al genoeg en initiëren ze zelf contact.’ De hulpvraag die gesteld wordt gaat meestal over financiën en schulden, eenzaamheid en daaraan gekoppeld huisvesting en werk.

Behalve inloop met koffie en thee en avondmaaltijden, zijn er taallessen, handwerkclubjes, een inloopspreekuur, voedselbank en ambulante woonbegeleiding. Er is een kledingwinkeltje, en een kringloopwinkel waar leer-werktrajecten worden aangeboden. Een echte doelgroep heeft Het Open Huis niet; ze zijn wijkgericht. ‘We proberen verbinding te leggen tussen alle sociale lagen. Een plek als deze trekt kwetsbare mensen aan maar ook de andere groep mensen, waardoor je een community krijgt die voor zichzelf zorgt, dat werkt superkrachtig. Laatst zei iemand: “Als ik naar huis fiets, ga ik naar mijn woning. Als ik hiernaartoe fiets, ga ik naar mijn thuis.”’

Een van de bezoekers voor wie Het Open Huis echt een thuis is geworden, is Herman. Hij werd twee jaar geleden door een medewerker ‘gevonden’ in het winkelcentrum vlakbij. Hij was in behandeling voor depressie en angststoornissen, maar de gesprekken hielpen hem niet. ‘Vooral ook omdat ik erna weer naar huis moest en niks had tot het volgende gesprek’, zegt Herman. ‘Ik kon niet meer en wilde soms ook niet meer.’

Na het eerste contact kwam hij af en toe langs bij Het Open Huis. Hij bleek muzikaal en goed in koken; nu drumt hij zondags in de kerkband met Gunnink, en staat met het kookteam in de keuken voor de open maaltijden. ‘Tegenwoordig heb ik er weer zin in. Ik ben ook niet meer in behandeling; Het Open Huis helpt veel beter voor wat ik nodig heb. En als alles doorgaat, ga ik binnenkort een opleiding voor ervaringsdeskundige volgen.’

Religie

Zoals de meeste stedelijke wijken is Schalkwijk divers. Aan de andere kant van het kruispunt staat een islamitische basisschool. Dat was lang een kwetsbare school die haar niveau probeerde te verbeteren door de kinderen extra huiswerk mee te geven. Dat huiswerk bleek moeilijk voor de moeders, die daarom bij Het Open Huis kwamen voor hulp.

Dat ging trouwens niet zomaar. Hoewel niet evangeliserend, is Het Open Huis christelijk en zijn in hetzelfde gebouw op zondag kerkdiensten. Toen de vrijwilligers net begonnen met huiswerkbegeleiding, werden er bij de school flyers verspreid met foto’s van die vrijwilligers met de boodschap ‘daar mag je niet komen, dat zijn christenen’. Best wel lastig, vond Gunnink. ‘We zijn toen niet gestopt en hebben niet geprobeerd hen te overtuigen. We zijn gewoon doorgegaan en lieten de deur open staan voor ouders, die mogen op elk moment binnen komen.’ Wekelijks krijgen nu zo’n veertig kinderen huiswerkbegeleiding. ‘Terwijl zij hun huiswerk doen, zitten hun moeders hier ook en hebben we mooi contact met hen.’

Toch is Gunnink, zelf christelijk, erg voorzichtig. ‘Er werd altijd gebeden voor de maaltijden. Na een tijdje zijn we daarmee gestopt; we wilden niemand iets opleggen. Maar toen kreeg ik vanuit bezoekers heel veel commentaar dat ze juist graag wilden bidden en liefst ook een stukje bijbel lezen. Dat geeft iets extra’s aan de maaltijd zeiden ze – islamitische en niet-christelijke bezoekers.’

Trots

Ed van Hell stopt in oktober na bijna 25 jaar als directeur van de Ontmoeting. ‘Zoals het hier gaat, bij Het Open Huis, is volgens mij echt de bedoeling: iedereen laten deelnemen in de samenleving. “Hier ben ik voor het eerst weer mens geworden”, zei een van de bezoekers laatst. Daar ben ik echt trots op.’