John Toxopeus We doen alsof er niets aan de hand is recensie Kim van de WeteringDeze recensie verscheen eerder in online cultuurmagazine 8WEEKLY.

‘Wat een blamage’, zei mijn schoonvader. ‘Je maakt er iedere keer weer een puinhoop van. Je kunt er zo langzamerhand wel een boek over schrijven. Dan is die schrijfcursus ook niet voor niets.’

En dat deed hij: onlangs verscheen John Toxopeus’ tweede roman We doen of er niets aan de hand is, een verhalenbundel gebaseerd op zijn 25-jarige loopbaan als vakbondsbestuurder bij CNV. De verhalen geven een mooi beeld van hoe Toxopeus zich struikelend en met steeds meer onbegrip een weg zoekt in de professionaliserende vakbondswereld – soms letterlijk, over het speelgoed van zijn kinderen in zijn kantoor aan huis.

De Vakbondsbestuurder
We doen alsof er niks aan de hand is leest op dezelfde manier als Bomans’ Kopstukken of Woody Allens verhalenbundel Louter anarchie. Toxopeus is wat minder absurdistisch, maar vertelt hetzelfde soort korte sketches en heeft een scherp oog voor flauwekul. De hoofdstukjes zijn zelden langer dan vijf pagina’s en staan op zichzelf. Doorgaans behandelen ze een grap of een irritatie van de vakbondsleider, maar samen geven ze ook een schets van hoe de vakbond door de jaren heen steeds meer veranderde – van een eigenlijk wel gezellige, amateuristische vereniging, naar steeds meer een bedrijf met alle bijbehorende sores.

In de humoristische verhalen maakt Toxopeus een karikatuur van iedereen, zichzelf incluis. De rokkenjagers, drinkebroers en vergaderfetisjisten; alles is net wat aangedikt en onhandiger dan werkelijk. Alleen Ineke niet, zijn vrouw die hij op handen draagt. Zij is de reddende engel die hem en hun gezin schraagt en hem meer als regel dan bij uitzondering behoedt voor een professionele stommiteit.

De Ayatollah van Nieuwegein
Toxopeus werkte bij CNV in de tijd dat de vakbonden een grote professionalisering doormaakten. Voor lezers die bekend zijn met de wereld van vakbonden zal het boek vanwege zijn waarheidsgehalte wat extra’s hebben; over welke Friese vakbondsbestuurder heeft hij het die later voorzitter werd? Wie is de Ayatollah van Nieuwegein? En wie is de Sfinx? Is de collega over wie zijn vrouw zegt “Gadverdamme, wat een enge man” echt zo’n engerd? Vakbondslezers zullen in al deze personages (delen van) zichzelf of collega’s herkennen.

Aan de lezer die niet erg ingevoerd is in de vakbond zal soms wat voorbij gaan. Omdat de verhalen alle erg kort zijn, is er weinig sprake van een spanningsboog – met als gevolg dat de personages personages blijven en geen karakters worden. Diepgaande karakters neerzetten zal daarentegen ook niet echt Toxopeus’ bedoeling zijn geweest.

De Verhalenverteller
Het boektitelverhaal, waarmee de bundel afsluit, behelst als een mise en abyme alle strijd, dilemma’s, politiek en het aftellen tot het pensioen, wat Toxopeus op het einde letterlijk doet met behulp van een meetlint (“Nog maar twee centimeter!”). Maar vooral schrijft hij over de liefde voor het werk dat hij haat. Bij gebrek aan vakkennis zijn de politieke situaties en Toxopeus’ functioneren niet helemaal te beoordelen. Tegen het eind van zijn carrière wordt hem verteld dat hij “ongetwijfeld voortreffelijke kwaliteiten bezit”, maar dat hij “totaal ongeschikt” is als vakbondsbestuurder. Wat voor vakbondsbestuurder Toxopeus ook was – hij schrijft er een zeer amusante verhalenbundel over.