Kim van de Wetering recensie Ann Thijssen De vrouw die blijftDeze recensie verscheen eerder in online cultuurmagazine 8WEEKLY.

‘Het is niet leuk als iemand je pijn doet. Maar (…) het is de andere pijn die nooit weggaat. De pijn die je een ander aandoet.’ Ann Thijssens debuutroman draait vooral om één ding: de zoektocht naar een troostend verhaal rond pijn en verdriet.

De vrouw die blijft begint op een dag die in ons collectieve geheugen gegrift staat: 9/11. Op deze dag verliest niet alleen heel West-Europa even alle hoop maar verliest Else ook haar ongeboren kindje. Deze beide gebeurtenissen vinden al op de eerste pagina plaats en zetten de toon voor de rest van de roman: twee gebeurtenissen die op een of andere manier met elkaar verbonden zijn, en veel ellende waarbij Else noch de lezer gespaard wordt.

Troostjongen
De miskraam drijft een wig tussen Else en haar lief Bert, die ze ’troostman’ noemt. In deze verwijdering begint Else naar een ander leven te verlangen. Wanneer haar voor een jaar een positie aangeboden wordt als gouvernante bij de adellijke Guillaume Parély op zijn Zuid-Franse landgoed, neemt ze die zonder aarzelen aan. Deze verhaallijn, waarin ze kort na het aanbod vertrekt om niet alleen les te geven aan Guillaumes dochter Florine maar ook een biografie te schrijven van Guillaumes moeder op basis van dier aantekeningen, wordt afgewisseld met fragmenten uit Else’s jeugd.

Naarmate het boek vordert blijkt dat een aantal gebeurtenissen uit haar kindertijd haar nog steeds in een verstikkende greep heeft: haar rol in het ongeluk met de katapult waarbij Marleen een oog verloor, het geheimzinnige kapiteinsjongetje achter de schutting om de hoek, de magische bezoeken aan de markiezin en vooral de emotionele mishandeling door haar manisch depressieve moeder.

Faux pas
Na de eerste, vrij vlotte fase van het boek stagneert het verhaal. De toon van charmante zelfspot waarmee hoofdpersoon Else haar situatie tegemoet treedt wordt al gauw zeurderig zelfbeklag. Alles voelt een beetje ongemakkelijk; de gekunstelde dialogen, de verschrikkingen van Else’s jeugd, het bombastische motto ontleend aan Zadie Smith, haar preutsheid naar Guillaume toe waarin iets van Jane Eyre en andere van Else’s heldinnen doorschemert maar die niet goed uitgewerkt is. En de tenenkrommende poging om met ‘tante Willemijn’ een vrouw neer te zetten die haar broosheid verbloemt met opgewektheid door haar Nederlands te larderen met gecursiveerde Franse stopwoorden.

De ‘adembenemende poëtische schrijfstijl’ die op de achterflap wordt beloofd, blijkt ook een hoop quasi-poëtisch geschreeuw en weinig wol dat doet denken dat niet alleen Else maar ook Ann Thijssen te veel damesromans heeft gelezen:

In werkelijkheid twijfelde ik aan mijn saaie burgerleventje en dat wist hij. (…) “Ik heb voldoende lef om mezelf te brengen waar ik wil zijn,” zei ik met geknepen stem en een week gevoel trok door mijn buik toen hij zich naar me toe boog.

Verbind de stippen
Toch wordt er een aantal grote thema’s uitgewerkt in scènes die blijven hangen. Je moet de gebeurtenissen in je leven met elkaar verbinden ‘als de stippen in een verbind-de-stippentekening’, drukt de markiezin Else op het hart. In het weerzien met Marleen, jaren na het katapultongeluk, leert Else dat dit niet betekent dat je het heden voor altijd in verband moet brengen met schuld uit het verleden, zoals zij haar rol in Marleens ongeluk haar hele leven met zich meegedragen heeft, maar dat het erom gaat het grote, schitterende patroon te zien.

De vrouw die blijft is een bij vlagen interessant pleidooi voor verzoening maar helaas geen boek dat je bij blijft.