Negen maanden is hij nu dakloos. Michel (44) vertelt het vrij laconiek, in de tuin van het hotel waar hij gehuisvest is sinds de uitbraak van het coronavirus. ‘Een dakloze is een junk die over straat loopt. Dat dacht ik zelf vroeger ook. Natuurlijk zijn die er, maar er zijn zo veel verschillende dakloze mensen. Ik ben er nou ook een.’

Na twee maanden in de dag- en nachtopvang van Kwintes kreeg Michel een eigen kamer in het min of meer leegstaande hotel ISVW in Leusden. Ontbijt, lunch en avondeten worden voor hem en negen andere dakloze mannen geregeld. ‘Slecht heb je het helemaal niet hier, maar je wilt gewoon je eigen plekje.’

Die eigen plek raakte hij vorig jaar kwijt toen hij zichzelf en zijn huis verwaarloosde. ‘Mijn eigen bedrijfje ging failliet en ik kreeg schulden. Mijn relatie was over. Zij deed bovendien mijn administratie en alles, ik ben daar heel slecht in.’ Dus verloor hij het overzicht. Opende zijn post niet meer en stopte met voor zichzelf zorgen. ‘Ik zag geen uitweg meer. Dan ga je vluchten en blijf je doorrennen tot het te laat is.’

Zichtbaarheid hulpverlening: preventie

Toen hij met al zijn schulden zijn huurwoning in Spakenburg uit werd gezet, verloor Michel ook zijn ID, omdat je zonder een adres niet in het Basisregister Personenregistratie (BRP) kunt staan. Zonder woonadres kun je wel een briefadres aanvragen, maar dat kost tijd en is in sommige gemeenten erg ingewikkeld. Dat bemoeilijkt het krijgen van hulp en bijvoorbeeld toeslagen.

 ‘Je bent alles kwijt en je weet niet waar je moet beginnen. Dat moet echt anders geregeld worden’, vindt Michel. ‘Ik heb altijd een eigen huis gehad en mijn eigen broek opgehouden. Dan sta je in één keer beneden aan de berg, ook al is het door eigen schuld, en je weet niet welke kant je op moet.’

Michel is lid geworden van de cliëntenraad van Kwintes, om iets te kunnen betekenen voor andere dakloze mensen. Een van de onderwerpen die hij vaak aandraagt, is preventie. ‘Wijkteams en dergelijke hulpverlening zouden beter zichtbaar moeten zijn in gemeenten. Bij bewoners, maar ook bij de woningbouw en particuliere verhuurders. Zij kunnen een signaal geven aan het wijkteam: daar is volgens mij iets mis want er staat zes keer per week een deurwaarder.’ Zoals bij Michel zelf dus. ‘Als je er vroeg bij bent, kun je het voorkomen. Daarmee vang je al de helft van de dakloosheid.’

Wees creatiever met huisvesting

Als het dan over de politiek gaat: gemeenten moeten vanuit de overheid budget en een duidelijke opdracht krijgen, vindt Michel. ‘Er zijn misschien te weinig woningen maar zo veel oplossingen! Gemeentes moeten creatiever zijn, out of the box denken. Ze hebben heus wel een stuk grond waar tiny houses op kunnen, of containerwoningen. Of een kantoorpand dat kan worden omgebouwd; koop dat op.’

Biedt sneller een woning en begeleiding

Als er creatiever wordt gedacht, zouden dakloze mensen ook sneller een woning kunnen krijgen. ‘Er zijn er genoeg die drang hebben of krijgen naar drank of drugs – ikzelf gelukkig niet –, denk je dat het beter gaat met ze in de opvang? Je zit slecht in je vel, hebt last van verveling, ergernissen – ze zakken steeds verder naar beneden. Als ze een eigen plekkie hebben en een beetje begeleiding, dan groeit het merendeel omhoog in plaats van dat ze afglijden. Daar moeten we heen. Sommige mensen hebben iets meer hulp nodig dan anderen, maar dan kunnen ze nog steeds wel gewoon wonen. En dan komen ze veel verder dan in de opvang.’

Dromen

Hoewel bekend is dat veel mensen die dakloos worden daar problemen bíj krijgen (van grote schulden tot verslaving en psychische problemen) gaat het met Michel inmiddels beter. Een woning is er nog niet, maar hij is al wel bezig met het opbouwen van zijn leven. Er is urgentie voor hem aangevraagd voor een woning in Bunschoten, de schuldhulpverlening is opgestart en hij heeft een doorverwijzing naar een psycholoog gekregen, ‘om mijn hoofd op orde te krijgen en regie te kunnen nemen’, zegt hij. ‘Ik droom ervan om gewoon m’n boodschapjes te doen en mijn eigen eten te kunnen maken; gewoon normaal. Ik ben er echt aan toe om verder te gaan, maar het wordt nog een lange weg. Als ik eerlijk ben denk ik dat het soms langer duurt dan nodig is’, zegt Michel. ‘Er zijn veel overbodige regels, en organisaties zien vaak niet dat er achter een brief of een aanvraag een mens zit. Dat is eenzaam.’

‘En kortzichtig’, voegt hij eraan toe: ‘Ik verwaarloosde mezelf, mijn huis en kwam in de schulden, zo werd ik dakloos. Als je goed nadenkt, wat kost het nou om iemand op tijd in de schuldhulp te zetten, z’n huis goed te laten schoonmaken en hem een beetje begeleiding te bieden om erbovenop te komen? Een paar duizend euro? Nu kost ik 25.000 per jaar, en ik ben er nog niet. Op de huidige manier blijf je geld pompen terwijl je niks opbouwt. Geef daklozen een plekje waar ze hun leven weer kunnen oppakken.’

In 2022 kreeg Michel eindelijk een huis. Daarover lees je hier.