Dit artikel verscheen op 25 januari online en in print in AD Utrechts Nieuwsblad.
De Utrechtse binnenstad verandert. Kleine winkels maken plaats voor ketens, straten worden auto- of zelfs fietsvrij en als het aan de horecanota ligt, krijgen koffietentjes en cafĂ©s ruim baan. Temidden van deze veranderingen houden een paar speciaalzaken al decennialang het hoofd boven water: IJzerhandel W. Pijper aan de Oudegracht, Electro Service op ’t Wed en Passamenterie Baars & Van de Kerkhof op de Lijnmarkt.
âNiet iedereen zal Electro Service Utrecht kennen, maar vraag ze naar de lampenwinkel en de meesten weten wel wat je bedoeltâ, lacht Bianca van Willigenburg (37). Samen met haar vader Piet (66) runt ze âde lampenwinkelâ aan het Wed. Begonnen door Piets grootvader in 1910 verkoopt de winkel niet alleen lampen, maar alles op het gebied van elektrotechniek. âVan stekker tot stoppenkastâ, zoals Piet zegt, en als ze iets niet hebben, verwijst hij klanten door. Boven de toonbank en aan de wand hangt een rij fittingen waar ze de steeds populairder wordende decoratieve ledlampen in kunnen uitproberen.
Het kleine winkeltje moet concurreren met bouwmarkten, waar klanten tegelijk met hun schroeven en plinten elektrotechnische producten kopen. Jammer, vindt Piet, en niet alleen voor hun omzet. âIk heb een hekel aan dat moderne spul. Het zit allemaal dicht, dus als het kapot is, kun je niks meer maken. Mensen proberen dat vaak ook niet trouwens. In grote zaken wordt het opgestuurd of zelfs weggegooid.â Vaste klanten helpt Piet nog wel eens met het repareren van kapotte spullen. Met 99 procent ervan kan hij nog wel wat.
Opgegroeid in de winkel
De Ă©chte concurrent is de veranderde binnenstad. âDoor beleid van de gemeente is de stad steeds slechter bereikbaar, eerst voor autoâs en nu ook fietsersâ, bromt Piet. âEr komt ook te veel horeca. Mensen komen voor het winkelaanbod naar de stad, niet voor horeca. Die is vooral ondersteunend.â
Niettemin heeft Piet âvreselijk veel plezierâ in zijn werk, net als zijn dochter, die echt in de winkel is opgegroeid. âIk herinner me nog zoân klos, iets kleiner dan dieâ, wijst ze naar de spoelen waar kabels om zitten. âDaar deed ik dan een touwtje aan en dat was mijn hondjeâ, zegt ze, lachend bij de herinnering. Of de winkel ook na Piets tijd nog blijft bestaan, hangt vooral af van de ontwikkelingen in de stad. Bianca wil wel in elk geval.
Utrechtsche IJzerhandel W. Pijper
Erik Pijper (77) steunt op de toonbank terwijl hij naar achteren loopt, langs alle gereedschap en ijzerwaren. âDe benen werken niet meer meeâ, zegt hij, maar hij kijkt vrolijk. Hij dĂ©nkt er niet over te stoppen met werken.
Ingeklemd tussen hippe spulletjeswinkel Flying Tiger en een fitfoodbar op de Oudegracht zit IJzerhandel W. Pijper. Al sinds 5 november 1921, weet Erik. Hij begon in 1960 en is de derde generatie die er staat. Bij binnenkomst van de winkel valt meteen de enorme wand met houten laatjes op. Daarin zitten talloze schroefjes, spijkers, haakjes enzovoort. âHoe vaak die laatjes al niet door klanten op de foto gezet zijnâ, lacht hij. âDe authenticiteit van de winkel is het aantrekkelijke. We schrijven de bonnen nog altijd met de hand, klanten vinden dat leuk. Het werkt trouwens ook veel beterâ, voegt hij eraan toe. âGeen idee hoe we anders al die losse schroefjes zouden moeten aanslaan.â
Eriks dochter Rietje (49) is sinds anderhalf jaar officieel eigenaar. âHeel af en toe kan ik haar nog wat leren, maar eigenlijk kan ze het zelf allemaalâ, zegt hij niet zonder trots. âIk zou het leuk vinden als de winkel blijft voortbestaan, voor de stad. Er komen steeds meer ketens, die op den duur elke stad hetzelfde maken.â
Knutselaar
Mensen helpen vindt hij het leukst. âKlanten hebben vaak een heel verhaal als ze uitleggen wat ze zoeken. Ik vind het leuk om te luisteren en dan in Ă©Ă©n keer precies te pakken wat ze nodig hebben.â Als jochie was hij al een knutselaar, vertelt hij, âzo iemand die eerst aan de slag gaat en dan pas de gebruiksaanwijzing leestâ. Klanten vertrouwen hem daarin, merkt hij. âIk wil niet vĂ©Ă©l verkopen, maar het góéde. Voorzien in wat een klant nodig heeft, ook als dat betekent dat hij het goedkoopste kiest, of zelfs genoeg heeft aan wat hij thuis nog heeft liggen.â
Passementerie Baars & van de Kerkhof
Knopen, linten, veters, spelden: als je passementen zoekt, zoals deze textielversierselen met een chic woord heten, dan zit je goed bij de Passementerie aan de Lijnmarkt. En bij alles weten eigenaars Clemens Baars (65) en zijn vrouw Laura van de Kerkhof (60) wel wat te vertellen. âMaar niet alleen wijâ, zegt Baars, âook de klant heeft een verhaal. Hij vertelt wat hij nodig heeft en waarvoor, waardoor je op een bepaalde manier bij die klant thuis komt.â
Alles wat ze verkopen zoeken Baars en zijn vrouw zelf uit. Soms hebben ze daarbij een vaste klant in gedachten. âEr komt vaak een dame bij ons die veel Chanel-jasjes draagt. Laatst waren we ergens voor de inkoop van knopen en toen zeiden we tegen elkaar: dit is echt iets voor die mevrouw. We kenden haar stijl inmiddels zo goed, dat we precies wisten wat ze mooi zou vinden. Dat is toch leuk?â
Een stijlperiode waar Baars met veel plezier op terugkijkt, is eind jaren 80 tot begin jaren 90. âSieraden van passementen kwamen toen in, van koord vooral.â Hij laat in een verkleurd boekje een paar voorbeelden zien van gevlochten kettingen en hoedenspelden. âPrachtig hĂš? Op den duur verandert de mode weer, maar dat was een mooie tijd.â
Cupcakes en pancakes
Niet alleen de mode verandert, maar ook de stad. Op de hoek van de Lijnmarkt zat vroeger een bontwinkel, vertelt Baars. âNu zit er een cupcakezaak en vlak ernaast komt iets met pancakes. Winkeltjes worden opgesnoept door de horeca. Horeca hoort erbij natuurlijk, maar met mate.â
De toekomst ziet hij evenwel zonnig in. âEr wordt meer en meer gerecycled. Mensen maken bijvoorbeeld van een oud kledingstuk met passementen wat nieuws. Circulaire economie noemen ze dat toch? Daar past onze winkel helemaal bij.â
Sinds een paar jaar kent Utrecht de Zeven Straatjes, een winkelgebied dat verwijst naar de Amsterdamse Negen Straatjes. De Lijnmarkt hoort daar ook bij. âDat is mooi,â zegt Baars, âwant mensen weten: dĂĄĂĄr moet je naartoe voor de leuke oude winkeltjes.â